Nederland vrijplaats voor sekten

für Deutsch sprechende Ex-Bks aus Nederland, Osteuropa und Russisch-Staaten, ihre Freunde und Familie
  • Message
  • Author

jann

friends or family of a BK

  • Posts: 1227
  • Joined: 29 Jan 2007
  • Location: europe

Nederland vrijplaats voor sekten

Post01 Nov 2009

Posted by Maurice Swirc in Human interest, Nederlandse politiek.
De Nederlandse overheid vindt het, in tegenstelling tot andere Europese landen, al decennia onnodig een beleid te ontwikkelen gericht op de problematiek rondom sekten. Volgens Fokko Oldenhuis, hoogleraar religie en recht in Groningen, moet daar verandering in komen. Hij zet vraagtekens bij de Nederlandse wet die het onmogelijk maakt om ‘kerkgenootschappen’ te verbieden.

Als een kerkgenootschap een bedreiging vormt voor de openbare orde, moet dat, net als andere organisaties, gewoon verboden kunnen worden. Door de uitzonderingspositie van kerkgenootschappen in het Burgerlijk Wetboek is dat nu onmogelijk in Nederland. Het is de vraag of die uitzonderingspositie nog houdbaar is, stelt Fokko Oldenhuis in het onlangs verschenen onderzoeksrapport Schurende relaties tussen recht en religie. Daarmee stelt Oldenhuis, samen met andere onderzoekers, een gevoelig onderdeel van de godsdienstvrijheid in Nederland ter discussie. Oldenhuis en de zijnen zetten hun stelling extra kracht bij door te verwijzen naar een nooit in stemming gebracht wetsvoorstel van Geert Wilders uit 2004, dat het verbieden van kerkgenootschappen mogelijk moest maken. Het rapport is vervaardigd in opdracht en met financiële steun van het ministerie van BZK en dient, aldus een woordvoerder, ‘als input voor beleid’. Minister Ter Horst lanceerde het rapport op 4 oktober tijdens een congres van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en gaf alle burgervaders een exemplaar van het rapport mee naar huis.

Verdwenen

In de eerste plaats wordt in het rapport gekeken naar de gevolgen van de opkomst van de Islam in Nederland voor onze rechtsstaat. Door de aardschok van ‘11 september’, discussies over hoofddoekjes en een imam die weigerde minister Verdonk een hand te geven is, volgens de onderzoekers, een hernieuwde discussie over de verhouding tussen kerk en staat noodzakelijk. Maar het rapport is ook direct relevant voor de positie van andere religieuze bewegingen in onze samenleving, licht Oldenhuis toe. Met het ter discussie stellen van de speelruimte voor kerkgenootschappen dringt zich ook de vraag op wat dit betekent voor de benadering van sekten, door veel deskundigen ook wel ‘nieuwe religieuze bewegingen’ genoemd. ‘Sinds het begin van de jaren tachtig is het onderwerp van de sekten verdwenen van de Nederlandse politieke agenda,’ constateert Oldenhuis. ‘Het zou goed zijn om eventuele knelpunten in verband met het functioneren van sekten in Nederland weer eens in kaart te brengen. Als een sekte bijvoorbeeld zeer vergaande controle heeft over het dagelijks leven van volgelingen, is er wel degelijk een probleem. Het is wel zaak heel voorzichtig te zijn bij het trekken van dergelijke conclusies. Daarom moet er een degelijk feitelijk onderzoek naar dit onderwerp komen. Mede op grond daarvan kun je dan eventueel een afweging maken of nadere wetgeving noodzakelijk is.’

De laatste keer dat de positie van de overheid tegenover nieuwe religieuze bewegingen werkelijk op de Haagse politieke agenda stond, was toen rechtswetenschapper Tobias Witteveen in 1984 in opdracht van de Tweede Kamer onderzoek deed naar sekten in Nederland. Aanleiding voor het onderzoek was de collectieve zelfmoord in 1978 van bijna duizend leden van de Jim Jones sekte in het Zuid-Amerikaanse Guyana. Wereldwijd rees de vraag of dit elders ook kon gebeuren. In die dagen stond het sekte-verschijnsel in Nederland mede in de belangstelling door de opkomst van bewegingen als Bhagwan, Hare Krisjna en Scientology. Waar liggen de grenzen voor de Nederlandse overheid als zij beleid wil voeren op dit terrein, was de centrale vraag van het onderzoeksrapport Overheid en nieuwe religieuze bewegingen. Witteveen concludeerde dat er voor de overheid op dit gebied geen taak is weggelegd. Wel zijn er algemene wetten die de grenzen van de godsdienstvrijheid bepalen. Zo is seksueel misbruik ook in het kader van een religieuze activiteit verboden. Iemand die een schenking aan een sekte doet onder grote psychische druk, kan dat bedrag bij de rechter terugvorderen en op minderjarigen zijn de regels van de kinderbescherming van toepassing. Maar speciaal beleid of wetgeving op het gebied van sekten is niet noodzakelijk, zo concludeerde de Tweede Kamer in navolging van het onderzoeksrapport. Het officiële overheidsstandpunt wordt anno 2007 nog altijd bepaald door die conclusie.

Misdrijf

Intussen waren sekten de afgelopen decennia in andere Europese landen zoals België, Frankrijk en Duitsland wel onderwerp van politiek debat, compleet met speciaal op sekten gericht beleid en speciale wetgeving. Frankrijk gaat het meest ver in haar strijd tegen sekten. Sinds 2001 geldt daar een wet die ‘mentale manipulatie’ aanmerkt als misdrijf, waarvoor je vijf jaar de gevangenis in kunt. Van mentale manipulatie is sprake als iemand onder herhaalde, zware druk anders gaat oordelen ‘waardoor deze zichzelf in zijn daden of zijn afzien van handelen ernstige schade toebrengt’. In Frankrijk kan een sekte worden verboden op grond van bijvoorbeeld misleidende publiciteit, omdat de sekteleider zich schuldig maakt aan fysiek geweld of vanwege illegaal gebruik van medicijnen.

Een Duitse parlementaire sekte-commissie stelde in 1997 vast dat in Duitsland religieuze organisaties zoals de Scientologykerk zich schuldig maakten aan psychische manipulatie en financiële uitbuiting en zelfs de democratische rechtsorde in gevaar brachten. Daarom houdt de Duitse geheime dienst Scientology extra streng in de gaten. De Duitse rechter ontzegde Scientology enkele jaren geleden ook de status van non-profit organisatie, met alle fiscale gevolgen van dien. Verder zijn leden van de omstreden beweging bij grote politieke partijen als CDU en SPD al jaren uitgesloten van partijlidmaatschap. In augustus 2007 maakte de minister van Binnenlandse Zaken van de deelstaat Hamburg bekend dat de Duitse regering de mogelijkheid onderzoekt om Scientology zelfs volledig te verbieden.

Justitie in België gaat Scientology strafechtelijk vervolgen, omdat het een criminele organisatie zou zijn, die zich op grote schaal schuldig maakt aan afpersing, oplichting en onwettige uitoefening van de geneeskunde. Het gerechtelijk onderzoek naar de Belgische activiteiten van de wereldwijde Scientology-beweging startte al in 1999. De Belgische justitie wil niet alleen de Belgische afdeling, maar ook het Europese hoofdkantoor in Brussel aanpakken.

In 1997 verscheen in België een parlementair onderzoeksrapport met een lange lijst van sektarische organisaties waarop, naast Scientology en Hare Krisjna, ook veel evangelische– en pinkstergemeenten stonden. In 2006 verscheen een actualisering van dat parlementaire onderzoek. Een wetsvoorstel van de Belgische minister van Justitie, Laurette Obelinx, dat ‘mentale destabilisatie door sekten’ strafbaar stelt, haalde uiteindelijk niet de eindstreep in het parlement. Het parlementaire onderzoek zorgde wel voor de oprichting van het Informatie- en Adviescentrum inzake Schadelijke Sektarische Organisaties (IACSSO). Volledig gefinancierd door de overheid verschaft deze dienst sinds 1998 informatie over ‘schadelijke sektarische organisaties’ aan burgers. Het centrum werkt ook samen met justitie en politie.

Gebedsgenezing

Daarnaast overlegt het IACSSO met sekten om interne misstanden vrijwillig op te lossen. Zo zorgde Hare Krisjna voor verbetering van de werkomstandigheden toen klachten binnenkwamen dat leden van Hare Krisjna te veel uren achter elkaar moesten werken, vertelt Vivienne Geuffen, vice-voorzitter van IACSSO. ‘Wij voorzien duidelijk in een behoefte,’ zegt Geuffen met verwijzing naar de 1.672 vragen die IACSSO in 2005 en 2006 bereikten, vooral van individuele burgers die zich bijvoorbeeld zorgen maakten over een familielid dat het licht zag. ‘Problematisch blijken bijvoorbeeld diverse evangelische groeperingen die doen aan gebedsgenezing en behandeling in de reguliere geneeskunde afraden. Door de psychische dwang die daar wordt uitgeoefend, kan de gezondheid van leden van die groeperingen, ook van kinderen, daadwerkelijk in gevaar komen,’ aldus Geuffen. ‘Het lijkt me onwaarschijnlijk dat, als bepaalde religieuze bewegingen actief zijn in Europa, dat probleem in Nederland helemaal niet speelt.’

‘Natuurlijk richten sekten ook in Nederland schade aan,’ zegt Ad Dekkers. Jarenlang behandelde hij als pyschotherapeut ex-sekteleden in de pyschiatrische Lievegoedkliniek in Bilthoven. Sinds 2003 heeft hij een privé-praktijk. ‘Ik heb de slachtoffers van die sekten zelf gezien. Uit eigen waarnemening weet ik wat voor schade er wordt aangericht. Mensen worden echt kapot gemaakt. Of die mensen aanvankelijk vrijwillig voor die sekte hebben gekozen, doet er niet toe.’ Dekkers is een van de weinigen in Nederland die zich met het probleem bezighoudt. In de jaren tachtig en negentig kwamen verschillende instellingen voor sektehulpverlening op, die ook weer snel ten onder gingen door meningsverschillen over de behandelmethode, gebrek aan belangstelling, financiële malversaties en andere interne misstanden. Het enige adres waarnaar Stichting Korrelatie jarenlang bleef doorverwijzen bij psychische schade door sektelidmaatschap was de Lievegoedkliniek waaraan Dekkers verbonden was, die werkt vanuit de antroposofische filosofe van Rudolf Steiner. Dat het Belgische parlement de antroposofie in 1997 ook op de lijst van sektarische groepen zette, vindt Dekkers ‘onterecht’. ‘Ik zal iemand die uit een sekte komt bijvoorbeeld nooit de antroposofie aanraden. Wij laten iedereen vrij in zijn of haar denken.’

Dwang

Wetenschappers en onderzoekers die actief zijn op dit terrein spreken liever niet over ‘sekten’ omdat die lastig te definiëren zijn en vanwege het morele oordeel dat kleeft aan die term. Liever gebruiken deze theologen, sociologen en antropologen de neutrale term ‘nieuwe religieuze bewegingen’. ‘Daar doe ik niet aan mee,’ zegt Dekkers. ‘Die wetenschappers hebben vermoedelijk niet genoeg slachtoffers gesproken. Als je die spreekt, weet je precies wat een sekte is. Veel van mijn patiënten kwamen met depressieve klachten binnen, die uiteindelijk bleken samen te hangen met hun ervaringen in een sekte.’ Volgens Dekkers wijken sekten op essentiële punten af van andere religies. Afwijkende meningen of gedrag worden met dwang, sociale groepsdruk, indoctrinatie en straffen bestreden. Ook hebben sekten vaak een sterke neiging tot isolationisme. Er is de kwade buitenwereld en er is de sekte, waar alles klopt.’ Je hebt in Nederland steeds meer kleine, lastig te definiëren spirituele groepjes. Alles draait daar meestal om een mannelijke goeroe met goddelijke inspiratie die bijvoorbeeld gebruik maakt van wat oosterse ideeën, gecombineerd met wat “genezing” en groeps-gesprekken. In de media lees je er weinig over. Ze ontstaan vooral door mond-tot-mondreclame. Seksueel misbruik, vooral ook door de goeroe in kwestie, tref je binnen dergelijke groepjes vrijwel als regel aan,’ vertelt Dekkers, die erop wijst dat ook ‘de extreme randen van het protestantisme’ soms sektarische trekken vertonen.

‘In mijn praktijk heb ik vaak gezien hoe bij fysiek en geestelijk geweld tegen kinderen in een sekte, de moeder niet opkomt voor de rechten van haar kinderen, maar voor de rechten van de goeroe. Dat zijn situaties waar de kinderbescherming nauwelijks weet van heeft en ook helemaal niet op is toegerust, simpelweg doordat de kennis en vaardigheden daarvoor ontbreken. In Duitsland is dat bijvoorbeeld veel beter geregeld met speciaal door de overheid bekostigde opvanginstellingen,’ aldus Dekkers. ‘In de loop der jaren heb ik honderden slachtoffers gezien. Ik ben ervan overtuigd dat het hier alleen om het topje van de ijsberg gaat,’ aldus Dekkers. ‘Wat mij betreft komt er in Nederland een meldpunt voor misstanden binnen sekten, waar slachtoffers behalve voor informatie ook terecht kunnen voor juridische en psychische ondersteuning.’ Daarnaast vindt Dekkers dat, naar Frans model, bepaalde vormen van ‘psychische dwang’ ook strafbaar moeten worden in Nederland. ‘Het is die psychische dwang die leidt tot seksueel misbruik en tot lichamelijk en psychisch geweld.’

Klonen

De religieuze leider van de zogenoemde Raëliaanse beweging ontvluchtte Frankrijk enkele jaren geleden met een flinke belastingschuld. Naar eigen zeggen vertrok hij om de vijandige houding van de Franse overheid en media tegenover sekten. In Frankrijk verschenen eerder berichten over onder andere seksueel misbruik van kinderen binnen de beweging, die in 1973 werd gestart door de voormalige Franse journalist Claude Vorilhon (1946). Hij noemt zichzelf Raël en woont tegenwoordig in Franstalig Canada. Zijn volgelingen geloven dat buitenaardse wezens 25.000 jaar geleden op aarde landden en het menselijk ras schiepen door te klonen. Die informatie kreeg Raël van deze buitenaardse wezens, die hem hebben uitverkoren als profeet en hem meenamen op informatieve ruimtereizen. Volgens Raëlianen vormt klonen de sleutel tot eeuwig leven. In 2003 haalde de beweging het nieuws toen Clonaid, een aan de beweging gelieerd bedrijf, aankondigde zelf mensen te gaan klonen en later zelfs berichtte dat in Nederland een lesbisch echtpaar op het punt stond een gekloond kind ter wereld te brengen. Bewijs dat het kind daadwerkelijk is geboren kwam nooit, maar de beweging drong wel door tot het wereldnieuws.

Contract

Raël liet weten te streven naar een perfect menselijk ras. Voor gehandicapten is daarbij echter geen plaats. ‘Mist een kind een arm, dan moet het worden geaborteerd,’ zo schrijft Raël in een van zijn boeken. De beweging, die volgens eigen vermelding wereldwijd in 84 landen 55.000 aanhangers heeft, is ook in Nederland vertegenwoordigd met een afdeling van naar eigen zeggen enkele tientallen aanhangers en nog een groep van geinteresseerden daaromheen. Een verzoek van PM voor een interview met een Nederlandse vertegenwoordiger van Raël over de plannen van de beweging in Nederland heeft een onverwachte afloop. Het hoofdkwartier van de Raëlanen in Genève verwijst aanvankelijk naar Bart Overvliet, een Nederlands lid van de beweging, die tenslotte argwanend toestemt in een interview ergens in het centrum van Den Haag. Enkele uren na die telefonische toezegging laat Overvliet echter weten dat het vraaggesprek toch niet door gaat. Eerst moet contact worden opgenomen met een zekere Peter Broeders, die gaat over de perscontacten van de beweging in Nederland. De laatste laat weten dat een eventueel interview alleen mogelijk is na ondertekening van een contract van de Raëliaanse beweging. ‘Er zal geen enkel arrogant, onbeleefd en beledigend gedrag getolereerd worden van niemand, voor, tijdens en na het interview,’ zo luidt een van de vele artikelen in het contract. En: ‘De journalist verplicht zich om passages te verwijderen die geen respect tonen voor de Raëliaanse beweging of Raëliaanse woordvoerder’. Als PM weigert te tekenen gaat het interview inderdaad niet door. Het is de eerste keer dat een Nederlandse journalist weigert akkoord te gaan met deze voorwaarden, laat Broeders nog wel weten.

Verworvenheid

De contacten van PM met Raël tonen een glimp van de passief-aggresieve sfeer waarmee de beweging zich manifesteert. Dat ze weinig moeten hebben van een vrij opererende pers, is in ieder geval duidelijk. Het is een klein voorbeeld van hoe in de praktijk bij bewegingen als deze de godsdiensvrijheid kan botsen met andere grondrechten.

Ook professor Oldenhuis stelt vast dat het Nederlandse religieuze landschap ingrijpend is veranderd sinds begin jaren tachtig, onder andere door de opkomst van veel kleine religieuze groeperingen. Maar, zo benadrukt de Groningse hoogleraar, hoe lastig de praktijk van de godsdienstvrijheid soms ook is, als grondrecht is en blijft het een zeer belangrijk goed. ‘De gelijke behandeling van godsdiensten is een verworvenheid die je niet moet willen opgeven. Dat houdt in elk geval in dat de overheid alle godsdiensten en levensovertuigingen gelijk behandelt.’ Uit de Nederlandse wet vloeit voort dat, zodra een groep met gemeenschappelijke godsdienstige opvattingen zich als gestructureerde groep presenteert, sprake is van een kerkgenootschap. Als zodanig geniet de groep dan de speciale wettelijke bescherming door de uitzonderingspositie in het Burgerlijk Wetboek. ‘Dat uitgangspunt komt wel onder druk te staan. Als bij een gemeenschap bijvoorbeeld misdrijven de overhand hebben, is het geen kerkgenootschap meer en vervalt de facto die speciale bescherming. Maar het is aan de rechter om daar telkens over te beslissen.’ De optie om in navolging van Frankrijk ‘mentale manipulatie’ strafbaar te stellen, sluit Oldenhuis niet uit. ‘Maar eerst moet er in Nederland een degelijke inventarisatie van religieuze bewegingen komen en eventuele knelpunten in kaart worden gebracht. Als dan blijkt dat nieuwe wetgeving noodzakelijk is, kun je overwegen daartoe over te gaan. Zo bestaat ook het recht om van je geloof af te vallen. Maar naar dat onderwerp moet je op een zorgvuldige, goed onderbouwde wijze kijken. Wat de een dwang noemt, vindt de ander heel gewoon. Als iemand die we in de volksmond ‘een trouw kerkganger’ noemen zijn kinderen op zondag vraagt om ook mee te gaan, is dan ook sprake van onaanvaardbare dwang? Dat lijkt me niet.’

Verschenen in PM, vaktijdschrift over bestuur en politiek op 8 november 2007.

Return to Osteuropa